Onderzoek

Het persbericht van NIA TNO na het onderzoek:

Patiënten met chronische lage rugklachten functioneren beter en hebben minder last van hun rugkwaal na Cesartherapie.

NIA TNO voerde in opdracht van de Vereniging Bewegingsleer Cesar (VBC; nu Vereniging voor Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, VvOCM) een groot onderzoek uit naar de effecten van Cesartherapie bij mensen met chronische lage rugklachten. Voor het eerst is daarmee de relatie tussen houdings- en bewegingsgedrag en rugklachten empirisch onderzocht.

Chronische rugklachten vormen een groot maatschappelijk probleem. Effectieve behandelmethoden zijn er nauwelijks. Volgens de bewegingsleer Cesar zijn rugklachten deels te voorkomen en te verminderen door mensen te leren beter te bewegen en een zo gunstig mogelijke houding aan te nemen.

NIA TNO deed onderzoek bij 222 patiënten met chronische aspecifieke lage rugklachten. Van hen kregen 112 mensen Oefentherapie Cesar. Een controlegroep van 110 mensen bleef onder behandeling van hun huisarts.

Metingen vonden plaats aan het begin van de therapie en drie maanden later.

De mate van herstel blijkt bij Cesarpatiënten significant groter: 80% van hen geeft aan dat hun klachten na de behandeling verminderd zijn. Bij de controlegroep was dit 47%. De ernst van de rugklachten verschilde niet tussen beide groepen, maar bij de Cesarpatiënten was de hinder in het dagelijks functioneren significant verminderd ten opzichte van de controlegroep. Zowel op het werk als thuis, bij sportbeoefening en andere sociale activiteiten hadden zij veel minder last van hun rugkwaal.

In beide groepen zijn houdingsverbeteringen gevonden, en met name ten aanzien van de rughouding waren er verschillen ten gunste van de Cesartherapie. De houdingsverbeteringen waren klein, maar bleken wel samen te hangen met de vermindering van klachten.

NIA TNO concludeert dat Cesartherapie na drie maanden gunstige effecten heeft op klachten, functioneren en houding. In opdracht van de Ziekenfondsraad worden beide groepen patiënten verder gevolgd, opdat ook inzicht bestaat in de effecten van deze oefentherapie op de lange termijn.